C’est la
première sculpture d’une nouvelle série émanée d’une nouvelle méthode de travail avec de
la terrre fortement chamottée. La chamotte est une argile brute cuite à une température de 1300 à 1400°C, broyée et tamisée. Ajouter de la chamotte à la terre lisse lui donne plus de structure, la rend plus résistanet et diminue le rétrécissement à la cuisson. Le plus excitant pour moi est qu’en tordant et étirant la forme, la terre chamottée donne des textures étonnantes, comme des fissures, des crevasses et des cicatrices.
Chamotte is op 1300 tot 1400°C gebakken klei die daarna gemalen en gezeefd wordt. Klei met chamotte geeft meer structuur , maakt de klei resistenter en verminderd de krimp bij het bakken. Voor mij is gechamotteerde klei vooral interessant omdat er bij het uittrekken en vervormen interessante texturen zoals barsten, kloven en littekens ontstaan.
Je commence avec une brique de terre que je lance sur le plan de travail, par terre, contre le mur. La brique se déforme et s’allonge. Ensuite je creuse, je tords et j’ouvre la forme de l’intérieure vers l’extérieure.
Dit is het eerste werk in een nieuwe reeks waar ik een nieuwe manier van modelleren met zachte klei gemengd met chamotte. Ik vertrek van een homp klei die ik op de werktafel smijt, tegen de grond kwak of tegen de muur smak. De homp klei wordt uitgerekt en vervormd. Daarna snij ik de vorm open en trek hem open van binnen naar buiten.
La tête et le cou sont des éléments séparés et j’assemble la pièce après cuisson.
Het hoofd en de hals zijn aparte vormen die ik na het bakken opnieuw samenbreng.
